Andantino ante portas phylaca Mechliniae! Voor diegenen die mijn keukenlatijn niet wensen te begrijpen : Andantino voor de poorten van de Mechelse gevangenis ! 🙂 Men (and women) in black!
Ging het om een boetedoening omwille van een grote collectieve schuld? Of was ons koor uitgenodigd om een vastenviering op te luisteren?
De jonge, enthousiaste aalmoezenier die ons hartelijk welkom heette, was in elk geval overtuigd van het laatste. Hij leidde ons gewillig tot bij de metaaldetector en dan…ja, dan stokten de gesprekken, want die dekselse machine – té fijn afgesteld? – bleef onwillig piepen. Wilde iemand van de koorleden – bewust of niet – een ‘janneke’ doen? Voeten werden ontdaan van schoenen, broeken ontdaan van riemen en op die manier kon de meerderheid toch passeren.
Eén sopraan en één alt konden de detector maar niet vermurwen en dienden zich zelfs te ontdoen van hun bh om groen licht te krijgen! Zonder tenue dus zowat tout nu! J Waarschijnlijk hadden we hier te maken met een mannelijke detector!
Via ettelijke gepantserde deuren en een trap bereikten we met zijn allen tenslotte de centraal gelegen kapel. Een mooie muurschildering van Jezus domineert daar het interieur en we installeerden ons zo discreet mogelijk terwijl Peter het ontstemde orgelinstrument aan de praat probeerde te krijgen.
De aalmoezenier was zo vriendelijk om ons te voorzien van flesjes water die bijna onmiddellijk werden aangesproken want er hing een droge lucht in de ruimte. Annemie, die vlak voor mij zat, vond blijkbaar dat de vloer ook wat vocht kon gebruiken want op een bepaald ogenblik voelde ik dat ik met mijn voeten in het nat stond. My god! Was the Thames rising?
Even later sijpelde de kapel vol met gedetineerden en kon de viering van start gaan. Onwennige blikken van ons werden beantwoord met starende blikken van de gevangenen maar die voelbare spanning verdween , eens we tot zingen kwamen. Het Onze Vader werd gesmaakt en onze ‘Hallelujah’ van Cohen kon een aantal mensen duidelijk ontroeren. Maar hét hoogtepunt van de viering vond ik toch de homilie van de jonge lekenaalmoezenier die er in slaagde om met een concrete insteek de mensen voortdurend te euh…boeien.
Een fijn gevoel overheerste op het einde. Het was goed dat we gekomen waren. Gevangenen zijn én blijven in de eerste plaats mensen en onze aanwezigheid had hen duidelijk deugd gedaan.
De aalmoezenier trakteerde ons tenslotte nog op een attentie: we kregen allemaal een paternoster. Voor vele gevangenen blijkbaar een instrument van hoop in bange dagen. Dank u wel!