De formule is intussen gekend: enkele fraaie orgelstukken afgewisseld met stemmige kloorklanken en als vette kers op de concerttaart de enthousiaste samenzang.
De kerk zat afgeladen vol wat duidelijk aangeeft dat er nog geen sleet zit op de formule! Dankzij de inspanningen van David baadde het koorschip in aangename kleuren wat de wachttijd minstens enkele tinten minder grijs maakte.
Cantima zette in met het Gregoriaanse ‘Rorate ‘. Niet toevallig gekozen vermits de vierde zondag van de advent dezelfde naam draagt. De tekst van het gezang is gebaseerd op de teksten van het oudetestamentische Jesaja. Een waardige opener!
Daarna liet Michel Goossens Pachelbel los op de menigte. Vooral het tweede werk ‘Vom Himmel hoh da komm’ ich her’ kon mij wel bekoren.
De koortroepen van Michel Grillet traden opnieuw aan en wat mij opviel was de naam van Maria die overal opdook. ‘Mary had a baby’ gevolgd door ‘Maria door een doornwoud trad’ (oe..dat moet pijn gedaan hebben!) en ‘Ave Maria’. Die arme Jozef wordt telkens opnieuw vergeten…
Cantima is duidelijk gegroeid doorheen de jaren. De klankkleuren zijn veel meer in balans waardoor je – nog meer dan vroeger – aandacht krijgt voor wàt er gezongen wordt, eerder dan door wie het gezongen wordt. Ook niet onbelangrijk!
Het ‘Go tell it on the mountains’ klonk overtuigend en toch beheerst en de afsluiter ‘Chanson Joyeuse de Noël’ van de Belg François-Auguste Gevaert was simpelweg feestelijk.
Tijd voor een eerste samenzangmoment! Het geroezemoes zwol aan tussen de liederen door en je zag haast de pretlichtjes in de ogen van sommigen bij de passage ‘Ze lagen bij nacht in het veld…’ want wij Vlamingen zien de herders dan ook daadwerkelijk liggen, genietend van een bepaalde roes – om het lelijke woord ‘strontzat’ niet te gebruiken.
Michel Goossens gaf andermaal het beste van zichzelf en van het orgel met ‘Noël Etranger’ van Daquin.
Daarna mocht ons koor opdraven. Eerst zongen we het vrolijke want ritmische ‘Down in Bethlehem’ samen met Cantima. ‘Il est né le divin enfant’ ging op dat elan door waarna we een stijlbreuk pleegden met ‘Nu is die roe’ voorafgegaan door ‘Gaudete’. Haast middeleeuwse klanken waarbij soberheid en waardigheid hand in hand bleven gaan. Mooi? Zeker wel!
‘Sing an Alleluia’ werd niet helemaal de klapper die ik – en anderen – had verwacht. Daarvoor bleek de communicatiestoornis tussen orgel en koor iets te weerspannig. Maar met ‘O du fröhliche’ zongen we die kleine ontgoocheling naar de filistijnen.
Michel Goossens leidde het tweede luik van de samenzang in met ‘Pastorale’ van Guilmant. De kokosnoten gingen hun exotische gang tijdens ‘Jingle Bells’ en dan was het tijd voor het immer stemmige ‘Stille nacht’.
Peter kroop achter het orgel en begeleidde beide koren bij het haast majestueuze ‘Jesu bleibet meine Freude’ van Bach. Een eer om te zingen en ik hoop dat het publiek het kon smaken!
Daarna mocht Peter het concert feestelijk afsluiten met ‘Noël Suisse’ van Daquin. Het nummer is intussen een vaste gast bij orgelconcerten maar het blijft een aantrekkelijk hoorspel. Geweldig!
Donderend applaus en niets dan blije gezichten! Dat noem je dan heel bescheiden een bijzonder geslaagd concert!
Wim